Geschiedenis van de Waalschokker Janus

De schokker is in ±1924 bebouwd door de Leeuwense smid Eltink (scheepswerf Eltink, Beneden Leeuwen). Deze schokker is aanmerkelijk kleiner dan de meeste schokkers die later gebouwd zijn.

 De “Wuta” (Wacht Uw Tijd Af) uit Leeuwarden is ±15 m1 lang en 5m1 breed. De “Neeltje Jantje” uit Tiel heeft ook deze maten, evenals de schokker Janus. De schokker “Niederrhein” uit Arnemuiden is ± 17 m1 lang. De schokkers werden gebouwd naar de eisen van de klanten.

De fam. Udo (opdrachtgever van de schokker Janus) woonden aan de Steenstraat 11 te Heerewaarden. Zij hebben toen een schokker besteld, die kleiner was dan 17 m1, waar geen dek in lag, waar geen roef op stond. De lieren haalden ze van hun oudere houten schokker, evenals de mast. Die oude houten mast is later gesneuveld. Deze schokker had achter de houten mast een houten dek. De schokker is gedoopt onder de naam “Nova Cura” (Nieuwe Zorg). De opdrachtgever was: Gosewinus Udo Dirkszoon. Hij viste er mee op de maas en de waal met zijn zoon Gosewinus Udo jr. 

In ± 1930 trouwde Gosewinus jr. met Nieske de Jong en werd een houten roef (keet) aan bakboord opgezet.

Toen de oude Gosewinus in ± 1940 stierf, veranderde de naam van de schokker in “Twee Gebroeders” Een teken dat de schokker nu in handen was van de broers Dietse Udo ( de oudste zoon van Gosewinus sr.) en Gosewinus jr. (de jongste zoon).

In 1945 stierf de schoonmoeder van Gosewinus jr. De schoonvader van Gosewinus jr. was commissionair in vis en aal. Doordat hij hartpatiënt was, heeft Gosewinus jr. de taak van commissionair overgenomen en is van de schokker afgegaan. De oudste zoon, doopnaam Ludolf Diederik, roepnaam Diets ging verder met de schokkervisserij en woonde er permanent op met zijn vrouw Maria. In 1947 heeft Diets een stalen achterdek in de schokker laten leggen

In 1950 stierf de jonge Gosewinus en Diets volgde hem op als commissionair. Hij doopte de schokker om met de naam “Maria”. De schokker kwam bij het buurtschap “de Huis” te liggen. Wanneer het hoogwater was in de maas, viste hij nog met de schokker. In 1956 verkocht Diets de schokker aan Firke Udo of Firke de Jong. Hij viste er mee op de waal en op de rijn in Duitsland. Welke naam de schokker toen had is niet bekend. In dat jaar is hij vanuit Duitsland de rijn af komen zakken met een gebroken mast. Er is toen de huidige stalen mast opgezet.

Begin jaren ’60 lag de schokker achter een krib bij de Zennewijnse steenfabriek en er werd niet meer mee gevist. In de herfst van 1964 hoorde ik dat Anton Udo uit Wamel de schokker gekocht had. Deze Anton Udo handelde in alles waar hij winst in zag. De schokker was geheel verwaarloosd. In de zomer van 1965 kocht Jaap Biesters uit Rossum de schokker en tuigde hem weer op om mee te vissen. Hij viste er mee aan de Uusdijk, aan de waal tussen Hurwenen en Rossum. Jaap Biesters was in dienst van een ziekenfonds en kwam voor het vissen tijd te kort.

Jaap verkocht de schokker aan zijn tweelingbroer Han Biesters en viste er ook mee aan de Uusdijk en op de maas bij Heerewaarden. Hij doopte de schokker om met de naam “Moby Dick” n 1973 verkocht hij de schokker aan ene Borneman of Borreman in Batenburg en die viste er mee op de maas als de stuwen getrokken waren. In 1982 verkocht hij de schokker aan Janus Baks uit Woudrichem. 

Deze tekst is samengesteld uit een interview met Gijs Sepers op 31 oktober 2019 in aanwezigheid van Cornelis Struik, Jos Bakker en Aart Neven.

De vader van Gijs Sepers was een schokkervisser en woonde op Steenstraat 5 te Heerewaarden. Gijs heeft dus van kinds af aan de geschiedenis van onze schokker meegemaakt.